
Spreekwoorden: (1914)
Met iemand niet overweg kunnen,d.w.z. eig. met iemand niet over den weg kunnen gaan; vandaar met iemand niet kunnen omgaan, niet kunnen ‘opschieten’. Van zaken gezegd, er geen slag van hebben, er niet veel van begrijpen, er niet mee terecht kunnen. Vgl. Mnl. Wdb. V, 2346; Ndl. Wdb. XI, 2...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Met iemand niet overweg kunnen,d.w.z. eig. met iemand niet over den weg kunnen gaan; vandaar met iemand niet kunnen omgaan, niet kunnen ‘opschieten’. Van zaken gezegd, er geen slag van hebben, er niet veel van begrijpen, er niet mee terecht kunnen. Vgl. Mnl. Wdb. V, 2346; Ndl. Wdb. XI, 2...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.